Recent verscheen bij uitgeverij Boom het boek ‘Neoliberalisme, een politieke fictie’ (1). De stelling van het boek is dat neoliberalisme niet bestaat. ‘Neoliberalisme’ is een ideologische scheldterm, een conceptuele vuilbak waarin men alles onderbrengt waaraan men een hekel heeft. Een ‘analyse van 148 artikels die tussen 1990 en 2004 in wetenschappelijke tijdschriften verschenen’ , toont, ‘ dat in 69% niet eens een poging werd gedaan de term te definiëren – een percentage dat in de loop der jaren alleen maar omhoog is gegaan’.
Neoliberalisme is volgens Wikipedia, een essentially contested concept, een wezenlijk betwist begrip, dat onvermijdelijk eindeloze discussies met zich meebrengt over het juiste gebruik en de juiste interpretatie (2).
Ik vermoedde dit al toen ik een jaar of veertien geleden Jaap Kruithofs boek ‘Het neoliberalisme’ las (3). 522 bladzijden schreef Kruithof hierover vol maar in het boek niet één verwijzing naar andere auteurs, geen voetnoten, geen bibliografie. Recente lezing van een paar gerennomeerde filosofen – die wel hun bronnen vermelden – bevestigt mij nu in dat vermoeden. Het neoliberalisme bestaat niet.
Neem bijvoorbeeld het standaardwerk ‘Contemporary Political Philosophy, an Introduction’ van de Canadese professor Will Kymlicka (4). De term neoliberalisme wordt nergens vernoemd. In de index vinden we onder de term ‘liberalism’ verwijzingen naar ‘liberal culturalism’, ‘liberal democracy’, ‘liberal equality’, ‘liberal feminism’, ‘liberal neutrality’, ‘liberal nationalism’ , maar nergens een verwijzing naar ‘neoliberalism’ . En onder de term ‘neo’ vinden we enkel ‘neo-conservatism’. Thatcher en Reagan die steeds als exponenten, zoniet als grondleggers van het neoliberalisme worden opgevoerd vinden we bij Kymlicka enkel terug onder de begrippen ‘neoconservatism’ en ‘new right’.
Ook in ‘Justice , What’s the Right Thing to do?’ van Michael Sandel (5) vinden we geen enkele verwijzing naar de term neoliberalisme. Sandel, een professor aan Harvard, overloopt de verschillende filosofische benaderingen volgens dewelke rechtvaardigheid in het actuele politieke discours benaderd wordt. Hij onderscheidt een utilitaristische, een libertaristische, een rawlsiaanse, een aristoteliaanse en een communitaristische benadering . Van ‘neoliberalisme’, is hier nergens sprake.
Wat wel bestaat is ‘marktisme’ of ‘vermarkting’ . Ik leg even uit. Men kan dingen en praktijken op verschillende manieren waarderen. Men kan er van houden, men kan ze respecteren of men kan ze gebruiken tot eigen nut. In dat laatste geval neemt men een utilitaristische houding aan en zal men aan de zaak in kwestie veelal een geldwaarde toekennen. Vermarkting is dan het fenomeen waarbij men zaken of praktijken waarvan men niet gewoon is ze in geld te waarderen toch in geld gaat uitdrukken. Vervolgens degradeert men ze op de markt tot koopwaar. Voorbeelden zijn: prostitutie, betalen om een beer of een olifant te mogen schieten, verkoop van organen, draagmoederschap tegen betaling maar ook meer onschuldige praktijken zoals kinderen die als cadeau voor een verjaardagsfeestje geld geven en geschenkenbons die echte geschenken dienen te vervangen. Onder de titel ‘markets and morals’ besteedt Sandel in zijn boek Justice hier een heel hoofdstuk aan . Later schreef hij er nog een apart boek over: ‘What Money can’t buy’, in het Nederlands vertaald als ‘Niet alles is te koop’.
Dit verschijnsel van vermarkting– waar men zich wel degelijk zorgen over kan maken- grijpt zeer sterk om zich heen. En het gaat daarbij niet alleen om vermarkting van zorg en onderwijs, maar om een verderreikend fenomeen waarbij alle domeinen van het leven in economische termen, in termen van berekenbaar nut en onnut worden gevat.
Maar dit fenomeen van vermarkting is niet louter aan liberalisme – of wat voor neoliberalisme zou moeten doorgaan – toe te schrijven. Het wordt gekenmerkt door een mengeling van overwegingen van nut versus onnut (utilitarisme), van zelfbeschikking en autonomie (libertarisme) en van overwegingen m.b.t. het gebruik van marktmechanismen. En dat laatste is niet louter ‘liberaal’ te noemen. Alle sociaal-economische systemen , ook socialistische, kunnen maken gebruik maken van marktmechanismen. Het was ook een filosoof, John Rawls, die daar in zijn Theory of Justice op wees (6).
Sandel en Kymlicka zijn gevierde filosofen. Kymlicka kreeg onlangs in Leuven een eredoctoraat en de internetcursus van Sandel , ‘Justice , What is the Right Thing to do?’ – is wereldvermaard (7) . Sandel en Kymlicka zijn zorgvuldige denkers die de begrippen die ze hanteren steeds nauwgezet definiëren. Hoewel beide auteurs een overzicht geven van de verschillende actuele politiekfilosofische theoriën en de politieke praxis die daarmee correspondeert, komt de term neoliberalisme nergens voor. Dit doet ons besluiten dat het ‘neoliberalisme’ inderdaad niet bestaat. Het is hooguit een mythisch monster.
Het zinledige en geforceerde gebruik van de term neoliberalisme neemt absurde vormen aan. Dit blijkt reeds uit de Nederlandse vertaling van het boek Justice van Sandel (8). In hoofdstuk drie, Do we own ourselves?, bespreekt Sandel de filosofische stroming die in het Engels libertarianism heet. De gebruikelijke vertaalterm voor libertarianism is libertarisme. Aanhangers van het libertarisme noemen we in het Nederlands ‘libertariërs’, en als bijvoeglijk naamwoord gebruiken we ‘libertarisch’. Hoewel Sandel zelf nadrukkelijk aangeeft dat het begrip in zijn uitwerking het hele politieke spectrum bestrijkt van progressief naar conservatief, van links naar rechts en van liberaal naar socialistisch, wordt de term libertarianism vertaald door neoliberalisme. Hiermee gaat men duidelijk in tegen de inhoudelijke boodschap van Sandel. Gaat het hier om onwetendheid? Of is dit een grove uiting – tegen beter weten is – van ideologische vooringenomenheid? Van vertalers van filosofische boeken zou men in ieder geval beter mogen verwachten.
- ‘Neoliberalisme, een politieke fictie’, Martin Van Hees, Patrick Van Schie, Mark Van de Velde, uitgeverij Boom, 2014
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Neoliberalisme
- ‘Het neoliberalisme’, Jaap Kruithof, EPO, 2000
- ‘Contemporary Political Philosophy, An Introduction’, Will Kymlicka, Oxford UP, 2002
- ‘Justice, What’s the right thing to do?’ Michael J. Sandel, Penguin Books, 2010
- )’A Theory of Justice’, John Rawls, Belknap Harvard, 1971
- ( https://www.youtube.com/watch?v=b5ntiz-mMT8)
- ‘Rechtvaardigheid. Wat is de juiste keuze?’, Michael J. Sandel, vertaald door Dick Lagrand i.s.m. Marjolijn Stoltenkamp, uitgeverij Ten Have, 2010