Oikofobie

De voorbije dagen nam ik in Nederland deel aan de internationale dagen van de Saxion University in Enschede met een lezing getiteld ‘een kader voor duurzame migratie’. Het kader dat ik schets is tegelijk analytisch en ethisch en werd recentelijk door twee Oxford professoren ontwikkeld op verzoek van een aantal Europese regeringen. Onderliggende bedoeling van dat kader is om voor- en tegenstanders van migratie op één lijn te krijgen en zo een duurzaam beleid mogelijk te maken.   Bij wijze van inleiding van mijn lezing zoek ik naar de juiste terminologie die we zouden kunnen gebruiken om voor – en tegenstanders van migratie aan te duiden. Ik laat vele benamingen de revue passeren. Uiteindelijk vertel ik de studenten dat ik er de voorkeur aan geef om te spreken over migratieoptimisten en migratiepessimisten een beetje naar analogie met Patrick Loobuycks onderscheid tussen islamoptimisten en islampessimisten; ‘optimisten’ en ‘pessimisten’ klinkt neutraal en maakt rationeel spreken makkelijker. Voor we zover zijn haal ik echter nog twee andere contrasterende termen aan: ‘xenofoben’ en ‘oikofoben’. ‘Xenofoben’ is de naam die de migratieoptimisten geven aan de migratiepessimisten, terwijl die laatste de eerste ‘oikofoben’ noemen. De term xenofoob is genoegzaam bekend, zowel in Nederland als in Vlaanderen. De term ‘oikofoob’ is alleen in Nederland bekend.  ‘Oikofoob’ is een samenstelling van oikos, het Grieks voor huis en ‘foob’, het Grieks voor angst . De oikofoob is iemand die bang is voor het eigen huis, voor de eigen cultuur en die daardoor de eigen cultuur en zichzelf gaat haten. Oikofobie betekent zelfhaat. Zelfhaat staat dan tegenover vreemdelingenhaat. Dit is althans de omschrijving die gegeven wordt door de Engelse conservatieve cultuurfilosoof Roger Scruton. De term werd in Nederland verspreid door Thierry Baudet. Vermits het de dag van mijn lezing ook verkiezingen zijn in Nederland en de meeste van mijn studenten die avond nog gaan stemmen komt de naam van Thierry Baudet ook tijdens de lezing nog ter sprake.  Tot verassing van velen wint Baudet die dag de verkiezingen. Door de overwinningsspeech die Baudet later op de avond geeft maakt hij zichzelf en de term ‘oikofoob’ op slag wereldberoemd, deze keer ook in Vlaanderen.

Mak, Cliteur, Scruton

Sinds 2012 citeer ik Baudet in mijn lezingen over John Rawls als een van de conservatieve critici op de theorie van Rawls. In februari 2014 tikte ik tijdens een verblijf in Amsterdam het boekje “Thuis in de tijd” op de kop. In “Thuis in de Tijd” kruipen Geert Mak en Thierry Baudet uit de loopgraven om met elkaar in dialoog te treden over de globalisering en het gevoel van verlies dat die globalisering volgens Baudet voor Nederlanders tot gevolg heeft.  ‘Mensen voelen zich niet meer thuis’ zo stelt hij. Het boekje heeft welhaast iets symbolisch. De grote Geert Mak, voorstander van meer Europa, die een forum biedt aan de nog niet zo bekende Baudet, zelf uitgesproken tegenstander van de EU. Lente 2017, lees ik Baudets in 2012 uitgegeven boek “De aanval op de natiestaat”.  “De aanval op de natiestaat” is een Nederlandse bewerking van een proefschrift dat Baudet schreef onder leiding van Paul Cliteur en Roger Scruton.  Het boek is goed geschreven, leest vlot en is juridisch en historisch sterk onderbouwd. Baudet trekt erin van leer tegen de uitholling van de natiestaat door de Europese eenwording en door transnationale en internationale organen. Vooral zijn hoofdstuk over supranationale gerechtshoven beklijft. Ik lees er dingen over het Internationaal Strafhof die ik elders nog niet had gelezen.

Framing

Wanneer Baudet een jaar of drie geleden bekend maakt dat hij in de politiek wil stappen komt er in de mainstream media een waar offensief tegen hem op gang. “Baudet is een fascist, hij is een racist” zo luidt het. Een triestig hoogtepunt in deze lastercampagne is de uitzending Jinek en Pauw van 10 maart 2017.  Jinek en Pauw is een praatprogramma dat je kan vergelijken met Van Gils en Gasten in Vlaanderen. Een vijftal mensen rond de tafel en publiek als toeschouwers en koor. Die avond werden alle registers opengetrokken om Baudet te framen als een stuk onbenul en een racist. Hij werd geschoffeerd en vernederd. Er werd op de man gespeeld in plaats van op de bal. Het had veel weg van de “basket of deplorables” waarmee Hilary Clinton de Trump aanhangers schoffeerde in 2016. Met dat verschil natuurlijk dat Baudet helemaal geen Trump is.

De Groene

Bij de Groene Amsterdammer, een Nederlands links progressief weekblad, wekte het hele gedoe rond Baudet argwaan. Was Baudet nu werkelijk de racist en fascist waarvoor hij telkenmale versleten werd?  Maar ‘als je wil weten hoe ik denk moet je mijn boeken lezen’ had Baudet gezegd. Bij de Amsterdammer deden ze dat en ze brachten er omstandig verslag van uit. Het werd een lang artikel, zes grote pagina’s lang, bijna een masterscriptie. Het schetst de hele intellectuele werdegang van Baudet. Zoals te verwachten is De Amsterdammer het niet met hem eens, maar ze dedouaneren hem wel volledig. Hieronder de link naar het artikel (*).

Wagner

Soms heeft Baudet wat weg van een snoever, en grootsprakerig is hij altijd. Dat was ook die ene avond het geval toen hij op een sponsordiner van de nieuwssite Doorbraak kwam spreken. Zijn speech was slordig en onvoorbereid en dit werd hem door het kritische intellectuele publiek niet in dank afgenomen. Ik voelde me na zijn speech dan ook niet meteen geroepen om met hem een babbeltje te doen.

Maar ik zag hem nog een tweede keer life en toen liep het anders. Met een vriend was ik vorig jaar op Paasdag   naar de opera Parsifal van Richard Wagner gaan kijken in de opera van Antwerpen. Tijdens de pauze komen we Baudet vergezeld van een medewerker tegen in de foyer.   We maken kennis en geraken aan de babbel. Het ijs is meteen gebroken. Hij is er incognito zo grappen we, ‘niet moeilijk’, zegt hij ‘want in Antwerpen kent niemand mij ‘.  Meteen werd duidelijk waarom Baudet daar aanwezig was. ‘Richard Wagner, een toppunt van de westerse cultuur’ op die opvoering mocht Baudet toch niet ontbreken! Gewichtig met de armen gesticulerend begint hij ons over Wagner te vertellen en ik heb meteen door dat hij er niets van kent. Ik corrigeer hem vriendelijk en vervolgens doet Baudet iets wat politici doorgaans niet doen; hij laat mij praten en luistert.  Ik vertel over mijn lezingen over Richard Wagner. Hij luistert met tintelende ogen en toenemend enthousiasme om me uiteindelijk te vragen (hij zei eigenlijk dat ik moest) of ik die lezing niet zou kunnen geven in de zomeruniversiteit van zijn jongerenafdeling. Ik zag dit wel zitten en we wisselden e-mailadressen uit. In een later mailcontact is Baudet opnieuw enthousiast. Hij delegeert de zaak echter aan een van zijn medewerkers, … en daar is het voorlopig blijven hangen.

Europa

Baudet is een intelligent man. Ik ben het niet in alles met hem eens, maar in zijn verdediging van de natiestaat volg ik hem. Het verschil tussen Baudet en mij is echter dat Baudet de EU weg wil en ik niet. In de gelaagde identiteit die wij allemaal hebben komt voor mij Europa op de eerste plaats. Een ééngemaakt Europa is m.i. echter niet haalbaar en wellicht ook niet wenselijk. Versterkte samenwerking daarentegen is dat wel. Per definitie kan die samenwerking alleen maar plaatsvinden tussen sterke natiestaten. Die sterke natiestaten moeten ook democratisch gerund zijn. De Europese democratie begint onder, niet boven. Baudet is intellectueel niet alleen interessant voor wie tegen Europa is. Hij is dat ook voor wie meer Europa wil. Een Europa zonder critici is immers een dood Europa.

En nog eens Scruton

Bij het schrijven van deze tekst valt me terloops de rol van Roger Scruton op. Scruton is een gewaardeerde, Engelse conservatieve filosoof. Baudet is sterk door hem beïnvloed. Wie ook beïnvloed is door Roger Scruton, of er althans bewondering voor koestert is de Vlaams-Poolse filosofe Alicja Gescinska. Beiden, Gescinska en Baudet, zijn bewonderaars van Scruton en beiden hebben ze een uitgesproken opvatting over Europa. Ze kiezen na een bepaalde tijd van intellectuele activiteit voor een politieke carrière (Baudet drie jaar geleden en Gescinska vorige maand) en ze komen daarbij lijnrecht tegenover elkaar te staan. Gescinska kiest voor de Alde van Verhofstadt en een sterk Europa, Baudet situeert zich eerder in het kamp van de Eurosceptici.  Vreemd?  Of toch niet? Scruton lijkt alvast een inspirerend man te zijn. Misschien wordt het tijd om hem eens ter hand te nemen…

(*) Het artikel is lang. Wie wil besparen op de tijd kan best ergens halverwege instappen, bij de paragraaf ‘Ondertussen – werklust en…’

https://www.groene.nl/artikel/een-romantisch-conservatief-met-incorrecte-neigingen?fbclid=IwAR0n8FjGdnaZ9LzhJSBl7C9Tfp9-o59gsxOqXnq0sx0D69AaNat5ZLK6Dpw